woensdag 20 februari 2008

Koningsgraven en Brootootootoos

Vandaag gingen we de west oever bezoeken, de locatie van het oude Thebe en de vallei der Koningen. We vertrokken vroeg, direkt op de Nijl oever werden we aangesproken door een mannetje die ons wel voor 5 pond naar de overkant kon brengen (voor 1 pond per persoon kon je met de normale veerboot over, maar dan hadden we langer moeten wachten). Dus wij naar de overkant met het mannetje, tijdens het varen bleek hij ook nog een "cousin" te hebben met een taxi, die ons de hele dag voor 150 pond wel kon vervoeren (in principe nog geen geld, in Amsterdam laat een taxi chaufeur je nog niet eens naar z'n taxi kijken voor €15, toch bleek de volgende dag dat we waren "afgezet").

Eerst naar de vallei van de Koningen om de tombes van de faraos te bezoeken (voor wie geinteresseerd is, het theban-mapping-project geeft mooie impressies in 3D van de tombes). Tot grote vreugde van Kay reed er een treintje (lees: trekker met aanhangwagentjes) van de ingang naar het centrale "plein". Aangekomen stonden voor alle tombes aan het plein grote rijen - we besloten een aantal meer afgelegen tombes te bezoeken. Deze waren een stuk rustiger en net zo mooi. Eerst gingen we naar de tombe van Thutmoses III, een zeer indrukwekkend graf (en waarschijnlijk een van de oudste). Vooral de afbeeldingen van goden maakten indruk doordat deze sterk geabstraheerd waren. Daarna bezochten we het vlak bij gelegen graf van Twosreth/Sethnakth, ook een zeer indrukwekkend graf met gelukkig minder smalle gangen als het vorige graf, waardoor het een stuk makkelijker was om met Kay in de rugdrager door de kamers te lopen.

Weer terug op het centrale plein waren de rijen voor de tombes niet afgenomen. Dus maar weer naar een 'afgelegen' graf - dat van Thutmoses IV. Op de terugweg kreeg Kay nog de nodige aandacht van werklieden. Helaas mag je maar drie graven bezoeken, dus was het weer tijd om verder te gaan. Door naar de Dodentempel van Hatshepsut - daar eerst nog een sap-tank stop (bij Kay was tijdens deze vakantie de jus d' orange bijna niet aan te slepen) en vervolgens de tempel bekijken. Kay wilde niet meer in de rugdrager maar zelf de trappen van de tempel oplopen. Eenmaal daar wilde hij eigenlijk alleen een beetje rondrennen en met z'n brandweerauto spelen. Het signaal was duidelijk, dit was de laatste tempel voor vandaag.

Met de taxi terug richting pont, maar eerst nog uitgebreid geluncht op de west-oever met uizicht op de Nij en muurschilderingen. Bij het hotel nog een poging gedaan om het zwembad in te gaan (wat maar 12°C en dus veel te koud) en Kay heeft nog wat lopen geinen met het personeel, van wie hij "baba" leerde (arabisch voor "papa"). Pas toen Kay ging slapen merkten we dat er iets mistte: de brandweerauto was weg en z'n zonnebril konden we ook niet vinden (die laatste vonden we gelukkig de volgende dag weer terug). De laatste keer hadden we de brandweerauto aan boord van de veerboot naar de oost-oever gezien; hij lag waarschijnlijk(in het ergste geval) op de bodem van de Nijl of was (in een beter geval) nu in handen van een egyptisch kind. De rest van de vakantie hebben we erg voorzichtig gedaan met het noemen van het B-woord.

Nadat Kay 's middags geslapen had, konden we vlak na zonsondergang nog naar de Luxor tempel, waar de verlichtte pilaren en beelden dramatisch afstaken tegen de schemering. Kay stond er op om ook foto's te maken - dat leverde een paar foto's vanuit het kikkerperspectief op. Daarna terug naar het hotel waar we in het restaurant van het hotel aten (en Kay weer lol maakte met het personeel).