donderdag 21 mei 2009

Naar het Zuiderzeemuseum

Op Hemelvaart besloten we naar het Zuiderzeemuseum te gaan. Door onze museumjaarkaart en omdat we voor Kay (want jonger dan 4) nog niets hoeven te betalen een stuk goedkoper dan een pretpark. Eenmaal aangekomen was het een en ander veranderd sinds Jitske (er 10 jaar geleden) en ik (zo'n 20 jaar geleden) geweest waren. De entree was een futuristisch gebouw en inplaats van het park inlopen, kwam je uit op een steiger waar een veerboot aanlegde waarmee je naar het museum voer.
We waren niet de enige; de veerboot was afgeladen en ook het park was vol. Kay vond het niet erg. Eerste stop was de palingrokerij, waar we met z'n drieën (ja, ook Kay heeft een stukje geproefd) een paling wegwerkten. Daarna door naar "de verkleedkist". Hier mocht Kay zelf uitkiezen hoe hij verkleed wilde: als Urker of Marker visser ('t werd de laatste). Hij ging meteen op z'n klompen naar buiten om de "geit" te melken (ze hadden een houten geit neergezet met een paar rubber tepels) en de boot te inspecteren.
Na te zijn omgekleed gingen we op zoek naar iets te eten; we kwamen terecht in het Hindelooper koffiehuis. Het was er druk en lawaaig, maar we hadden trek en er was een plekje vrij. Na een half uur wachten was alleen het drinken gekomen. De pannekoeken voor Jitske en Kay lieten op zich wachten. Navraag bij het personeel hielp niet veel. Het zou allemaal goed komen want "de bestelling stond in de computer". Na nog een kwartier wachten was ons geduld op en besloten we te gaan. Jitske en Kay gingen vast naar buiten en ik heb nog een poging gedaan om aan de bar te betalen, maar na tien minuten genegeerd te zijn door het personeel ben ik weggelopen.
We kwamen een oud-hollandse snoepwinkel tegen en hebben daar snoep ingeslagen ter compensatie van de gemiste pannekoeken. Ook zagen we een smid en mandenmaker in actie. Even verderop kon je een klompenbootje maken in een schuur (waar het een hels timmer-kabaal was). Dus voor 2.50 een klomp gekocht en tussen de overige timmerende vaders gaan staan terwijl Kay de zeilen bewerkte met krijt. Thuis ontdekten we dat nog het een en ander verbeterd moest worden aan het drijfvermogen. Het bootje slaat meteen om.
Rond 4 uur was het tijd om terug te gaan. We wilden namelijk op tijd thuis zijn omdat de rugdrager die ons zoveel trouwe dienst had bewezen vandaag bekeken zou worden door de nieuwe eigenaar (snif). Kay had er in gezeten tijdens onze reizen naar Italië, Gran Canaria, Egypte en Bali.
Kay heeft het nog dagen later over de boottocht en de kleine huisjes gehad waar de mensen vroeger in woonden.