vrijdag 14 november 2008

Dag 7 - Zeeschilpadden, -tempels en -voer

Vandaag gingen we naar wat een absolute touristtrap bleek. Ketut had voorgesteld om naar Turtle Island te gaan. In de Loneley Planet hadden we daar al over gelezen en hun commentaar kwam er op neer dat het zoontje van Suharto het halve eiland zo'n beetje had volgestort met cement om hotels te bouwen die er nooit zijn gekomen. Maar door het cement bleven de zeeschilpadden weg. Volgens Ketut waren er echter nog steeds schilpadden te zien - dus wij hadden zoiets van: "ok, laat dan maar zien". Natuurlijk had hij wel een "adresje" waar een boot te regelen viel (voor toch wel iets te veel geld). Eenmaal aangekomen op turtle island bleek dat er inderdaad schilpadden waren, maar dat deze wel allemaal in een omheind stukje zee zaten. Een gids sleurde vervolgens een van de schilpadden aan z'n vinnen het water uit, en vond dat wij er maar op moesten gaan zitten (dat vonden we dus niet zo'n goed idee, Kay mocht nog net). Vervolgens werd er nog een hele lading andere reptielen op ons losgelaten zoals slangen en leguanen - en alles mocht geaait of om de nek gedrapeerd worden. Dit turtle island was toch echt niet ons ding.

Na weer teruggevaren te zijn gingen we naar het uiterst zuidelijke puntje van Bali om daar Ulu Watu te bezoeken, een van de zeetempels van Bali. Toen Kay zag dat ook deze tempel bewoont werd door grote groepen apen begon hij de roepen dat hij bananen moest hebben, maar gezien de grootte van de tanden van de apen vonden wij dat niet zo'n goed plan. Na de tempel gingen we door naar Jimbaran bay om daar van een lunch te genieten.