dinsdag 1 december 2009

Montessori

Onlangs heeft Asscher een lijst gepubliceerd met de resulaten van alle basisscholen in Amsterdam. Van de basisscholen in Watergraafsmeer doen de meesten het goed. Montessori, Dalton en WSV waren het beste. Erg veel zegt dit niet over de school. Duidelijk is dat het opleidingsniveau van de ouders nog steeds bepalend is of een kind het goed doet. Zo scoren scholen in Zeeburg, Bos en Lommer en Geuzeveld bijvoorbeeld niet goed.

Tot onze verbazing kregen we een paar weken geleden te horen dat Kay was ingeloot bij de Montessori. We hadden ons er al helemaal op ingesteld had dat hij naar de Lidwina zou gaan. Na lang overleg hebben Bendert en ik toch voor de Montessori gekozen. Het is een gok omdat we beiden niet zelf in het Montessori onderwijs gezeten hebben maar de manier waarop kinderen begeleid worden, de vrijheid en het kosmisch onderwijs - dit is een combinatie van geschiedenis, natuurkunde en biologie - deed ons besluiten deze kans aan te nemen.
Het grappige is dat Rob, de broer van mijn moeder, 70 jaar geleden op dezelfde school gezeten heeft. Ook toen al was het een Montessori school. De leidster die ik sprak tijdens het inschrijven zei meteen dat hij een keer langs mocht komen om zijn oude school te zien. Ik ben benieuwd of er veel veranderd is.

Laatst was de film 'de Onrendabelen' te zien bij de VARA. In navolging had Paul Witteman een discussieprogramma de dag erna met o.a. Dick Swaab. Hierin kwam naar voren dat al heel vroeg bepaald wordt hoe je je de rest van je leven gedraagt. Bij veel handelingen is het zelfs zo dat je denkt dat je onafhankelijk/rationeel een beslissing neemt maar deze beslissing is al vooraf genetisch bepaald. Weinig hoop dus voor kinderen die met een achterstand opgroeien.

Speelgoed

Het valt niet mee om kadootjes voor Kay te vinden. Volgens speelgoeddeskundige Marianne de Valck, eigenaar van een speelgoedadviesbureau, moeten ouders beter kijken naar de manier waarop hun kind speelt. Zelf deelt ze kinderen op basis daarvan in vier groepen in: rauwers, douwers, schouwers en bouwers. Volgens mij is Kay een douwer/bouwer.. Hij gaat op onderzoek uit en probeert van alles met zijn speelgoed. Zie ook het filmpje van deVK gemaakt door Mariken.

Vier speeltypen

Voor een kind van 4 dat opgaat in zijn doen-alsof-spel, is een trapauto, een poppenservies of een keukentje een prima cadeau. Een bordspel met ingewikkelde regels is minder geschikt - daar is een kind van die leeftijd verstandelijk simpelweg nog niet aan toe. Maar naast te kijken naar de speelontwikkeling, kan ook rekening worden gehouden met de aard van het kind en de manier waarop het speelt.

Om het wat overzichtelijker te maken, onderscheidt speelgoeddeskundige Marianne de Valck vier speeltypen:

rauwers, douwers, bouwers en schouwers.

- Een rauwer is een doener, wil actie en heeft vooral oog voor grote lijnen. Een rauwer heeft ruimte nodig, is snel enthousiast maar kan zich moeilijk lange tijd concentreren. Rauwers maak je niet blij met fröbelspul als ministeck; groot, actief en kortdurend speelgoed is wel aan hen besteed. Speelgoed dat direct reacties geeft (pistooltjes, een microfoon), speelgoed waarmee ze nadrukkelijk aanwezig zijn en kunnen laten zien wat ze in huis hebben, en speelgoed waarmee ze kunnen sjouwen, klimmen en geluiden maken.

- Douwers zijn uitvinders, puzzelaars. Ze kunnen moeite en geduld opbrengen en gaan langer door. Ze zijn origineel, kunnen goed zelfstandig spelen en willen alles leren en begrijpen. Typisch speelgoed voor een douwer zijn spelletjes waar strategie en inzicht voor nodig zijn. Ook speelgoed met veel mogelijkheden zal hen bekoren, evenals speelgoed dat hen uitdaagt tot onderzoek en uitproberen.

- Schouwers gebruiken al hun zintuigen en zijn gericht op details en uiterlijkheden. Ze houden ervan te dromen en te fantaseren, genieten van emoties en zijn vaak introvert. Schouwers zijn graag creatief met bijvoorbeeld kralen of schmink, speelgoed dat zacht, mooi, lief is of muziek maakt.

- Bouwers zijn ondernemers, regelaars. Ze zijn sociaal, praktisch en inventief: alles is bruikbaar om mee te spelen. Ze maken graag afspraken en regels. Resultaten zijn belangrijk voor bouwers. Ze houden er van verhalen na te spelen. Daarom is een kassa, een telefoon of een kist met verkleedkleren prima speelgoed voor hen.

De verdeling is globaal, benadrukt De Valck met klem. ‘Geen kind is natuurlijk hetzelfde. Toch kan deze verdeling een prima hulpmiddel zijn bij het kopen van speelgoed.’
Zie de website van j/m ouders.